|

Een andere kijk op ontsluiting

Het grootste gedeelte van de bevalling draait om de ontsluiting. Ontsluitingsweeën zorgen ervoor dat de baarmoedermond ver genoeg open gaat om de baby geboren te laten worden. Het verloop en de duur van deze ontsluitingsfase is heel wisselend per persoon en per bevalling. Gemiddeld genomen wordt gesteld dat de ontsluiting met één centimeter per uur vordert. 

De omgeving en mindset van de barende vrouw hebben heel veel invloed op de vordering van de ontsluiting. Een aantal dingen zijn heel belangrijk; rustig blijven, vertrouwen hebben en volledig ontspannen. Stress en angst zorgen ervoor dat het lichaam adrenaline aanmaakt. Adrenaline heeft een remmend effect op de bevalling. Bij dreigend reëel gevaar kan dit heel effectief zijn. De bevalling kan dan op een later, veiliger tijdstip worden vervolgd. Wanneer er geen reëel gevaar dreigt, kunnen angst en stress de bevalling onnodig verlengen en compliceren.

Een niet vorderende ontsluiting is één van de belangrijkste redenen voor een medische ingreep en/of voor het insturen naar het ziekenhuis. In de reguliere verloskunde is het uitgangspunt dat de ontsluiting met minstens een halve tot één centimeter per uur dient te vorderen. Is dit niet het geval, is het zaak voor de zorgverlener om daar iets aan te doen. De bevalling moet een zetje krijgen door bijvoorbeeld het kunstmatig breken van de vliezen of de vrouw moet naar het ziekenhuis om bij gestimuleerd te worden. Deze procedures worden met de beste bedoelingen uitgevoerd, maar zijn niet geheel zonder risico. 

Wanneer is er sprake van niet-vorderende ontsluiting?

Het belangrijkste criterium voor de diagnose “niet-vorderende ontsluiting” is de factor tijd. Je zorgverlener (verloskundige of gynaecoloog) zal regelmatig de vordering van de ontsluiting in de gaten houden door het verrichten van een inwendig onderzoek. Bij het beoordelen van de vordering wordt uitgegaan van het ‘één centimeter per uur principe’. Er wordt meestal om de 3-4 uur getoucheerd. Toucheren is een vanzelfsprekende handeling, die in principe bij iedere bevalling wordt uitgevoerd. Wanneer blijkt dat de ontsluiting niet met een gemiddelde van één centimeter vordert zal het advies meestal zijn om de bevalling een beetje te helpen door bijvoorbeeld weeënopwekkers toe te dienen.

Ieder lichaam is anders. Iedere bevalling is anders.

Ieder lichaam is anders en iedere bevalling heeft zijn eigen ritme. Het hoeft helemaal niet erg te zijn als jouw lichaam niet het gemiddelde van één centimeter per uur aan houdt, maar er iets langer over doet. Onlangs publiceerde de Wereld Gezondheids Organisatie (WHO) een onderzoek waaruit blijkt, dat de richtlijnen die heden ten dage gebruikt worden, wellicht verouderd zijn. 

Een bevalling kan veel trager verlopen, dan de in de richtlijnen opgenomen één centimeter per uur, zonder dat de veiligheid van moeder of kind in gevaar komt. Uit die nieuwe cijfers blijkt zelfs dat de ontsluiting wel vier tot zeven uur kan blijven “hangen”, maar de vrouw nog steeds een normale, gezonde bevalling kan doormaken. Ook eerdere onderzoeken, waarop de richtlijnen gebaseerd zijn, stellen dat een traag vorderende ontsluiting (minder dan 0,5 centimeter per uur) niet leidt tot lagere apgar scores. 

Niet alleen is ieder lichaam anders, bij iedere bevalling zijn de omstandigheden ook anders. Voel jij je veilig en op je gemak, dan is de kans groot dat je bevalling vlot en ongecompliceerd verloopt. Ben je angstig of voel je je onveilig, dan ervaart je lichaam stress. Door die stress krijgt je lichaam een seintje dat het nu niet veilig is om je baby geboren te laten worden en zal je lichaam de baring vertragen. Een vertraagde bevalling hoeft niet per definitie een gevaar op te leveren voor moeder en kind. Het is een natuurlijke overlevingsstrategie, die er juist op gericht is om je kindje onder veilige omstandigheden geboren te laten worden. 

Op zoek naar de oorzaak

Wanneer blijkt dat de ontsluiting serieus vertraagd is, is het in de eerste plaats heel belangrijk om bij jezelf te rade te gaan wat er aan de hand kan zijn. Zijn de omstandigheden wel in orde? Voel je je op je gemak met de mensen om je heen? Maak je je ergens zorgen over? Voel wat er aan de hand is en wees eerlijk tegenover jezelf en de mensen om je heen. Misschien zie je het even niet meer zitten en heb je behoefte aan emotionele ondersteuning. Lieve, zachte positieve woorden van de mensen om je heen kunnen je helpen je eigen kracht terug te vinden. Probeer een andere houding aan te nemen. Misschien kun je je beter ontspannen onder de douche of in bad. Als je een zwangerschapscursus hebt gedaan, heb je vast oefeningen geleerd om je te ontspannen en je op je ademhaling te concentreren. Laat belemmerende gedachten los. Jij bent de baas over je eigen gedachten en alles wat je aandacht geeft groeit. Richt je volledige aandacht op de ontsluiting. 

Lichamelijk contact stimuleert de aanmaak van oxytocine. Oxytocine is nodig voor goede, krachtige weeën. Ga samen met je partner onder de douche of in bad. Laat hem je vasthouden of bijvoorbeeld je masseren. Geef je over aan je lichaam en zijn aanraking. Laat het liefdeshormoon zijn werk doen. 

Het verhaal van Anouk:

‘Bij mijn eerste bevalling heeft dit onderwerp de toon gezet voor mijn hele bevalling. Nadat mijn vliezen waren gebroken kwam de verloskundige checken of het daadwerkelijk vruchtwater was (het was geen duidelijke plons, zoals ik had verwacht, maar het sijpelde een beetje, dus het was niet direct duidelijk of het vruchtwater was.) Natuurlijk werd ik ook meteen getoucheerd, 2-3 centimeter en nog geen weeën. Wel zo eerlijk om erbij te vermelden dat ik twee dagen eerder een hele dag voorweeën had en na een check-up van de verloskundige ook zij in de veronderstelling was dat de bevalling was begonnen. Kort nadat de verloskundige was vertrokken stopte de ‘weeën’. Een valse start noemde ze het. De volgende dag bleek ik wel al twee centimeter ontsluiting te hebben. Het kon nu niet heel lang meer duren. Een paar uur later waren de weeën goed op gang gekomen en kwam de verloskundige terug. Zij constateerde 4-5 centimeter ontsluiting. Het advies was om maar even lekker onder de douche te gaan staan, dat kon helpen bij het vlot laten verlopen van de ontsluiting. Een uurtje later kwam ik onder de douche vandaan en werd ik opnieuw getoucheerd, 5-6 centimeter. Dat ging te traag volgens de verloskundige. Ik mocht het nog een uurtje thuis proberen, maar het advies was om toch naar het ziekenhuis te gaan om bij te stimuleren. Op dat moment kreeg ik het te kwaad. Het voelde helemaal niet alsof het niet goed ging, de weeën waren heftig, maar ik kon er goed mee om gaan. Op het moment dat de verloskundige zei dat het nodig was om naar het ziekenhuis te gaan, omdat de weeën niet krachtig genoeg waren, was het vreselijk. Ik kreeg geen wee meer opgevangen. Ik wilde niet naar het ziekenhuis, maar dit ging ik niet volhouden. Zeker niet omdat voor mijn gevoel de weeën zo krachtig waren, maar de ontsluiting niet verder vorderde. Ik stemde in met naar het ziekenhuis gaan en riep toen dat ik dan pijnstilling wilde ook! De verloskundige begeleidde ons naar de auto, wenste ons succes en stapte zelf in de auto naar huis… De stagiaire reed wel achter ons aan naar het ziekenhuis. In de auto heb ik me weer helemaal over kunnen geven aan de bevalling. Voor mijn gevoel had ik dat ritje van 20 minuten maar een paar weeën en die waren heel goed te doen. Volgens mijn man waren het er een stuk meer dan ‘maar een paar’. Ik had me overgegeven aan de situatie en mijn gekoesterde wens voor een zachte thuisbevalling los gelaten. Eenmaal in het ziekenhuis werd ik opnieuw getoucheerd. Negen centimeter! Ik was er bijna! Mijn eerste reactie was dus ook: ‘Mooi, dan gaan we nu weer naar huis!’ Dat was natuurlijk geen optie, dat begreep ik ook wel ;). Nu, een paar jaar later is me duidelijk waarom de verloskundige mij naar het ziekenhuis heeft gestuurd. En dat heeft niets met een medische indicatie te maken… ’

Vergelijkbare berichten